dinsdag 26 april 2011

Was het maar waar...

Lieve Mark,

Ik ben dol op mijn kinderen en mijn werk. Ik heb veel vrienden en genoeg kennissen. Ik word uitgenodigd op feestjes van leuke en uiteraard minder leuke mensen. Ik zorg ervoor dat ik dan altijd een leuk en origineel cadeautje mee heb. Je kan mij attent noemen. Ik onthou verjaardagen van vrienden, vriendinnen, kennissen en hun kinderen. Ik zorg ervoor dat er dan altijd een  kaartje op de mat ligt. Ook als er iemand zwanger is.

Ik heb een leuke baan om de hoek met uitdaging en carrieremogelijkheden. Ik heb leuke collega's en een leuke baas. Ik ga met plezier elke dag naar mijn werk. De kinderen gaan dan naar de opvang waar zij ook iedere dag met plezier naar toe gaan en veel leren. Ik heb dus ook geen schuldgevoel als ik ze wegbreng. Ik weet niet waar die vrouwen het allemaal over hebben.

Ik heb een leuk huis, ingericht volgens de laatste modetrends. Het is netjes. Zo weet ik altijd precies waar alles ligt. De koelkast is altijd gevuld ook voor onverwacht bezoek. Ik kook iedere dag gezond en zorg ervoor dat mijn kinderen altijd hun bord leeg eten.

Ik prijs mezelf gelukkig dat ik ook tot sommige clubjes mag horen. Op het schoolplein tel ik mee en word ik gerespecteerd om wie ik ben. Ik word gebeld en wekelijks uitgenodigd voor de koffie.

Mijn kinderen, man en ik zien er altijd verzorgd uit. Geen oude joggingsbroeken te bekennen in dit huis. Mijn kinderen luisteren altijd naar wat ik zeg en doen het goed op school. Ze ruimen hun spullen op en zorgen ervoor dat aan het einde van de dag al het speelgoed op de juiste plek ligt zodat we er niet over struikelen. Mijn kinderen jengelen nooit, zijn lief en sociaal. Ze praten met twee woorden en stellen zich altijd keurig aan iedereen voor.

Ik doe elke week een leerzame en leuke activiteit met de kinderen. Ik lees elke avond voor want dat is goed voor hun woordenschat. Ik probeer mijn kinderen te stimuleren om te leren. Ik speel spelletjes met ze om dit te bereiken. We hebben respect voor het milieu. Zo laten we nooit lampen branden, pakken we de fiets en laten we de auto staan. En we zamelen altijd alles apart in. En uiteraard ben ik altijd op tijd met het inleveren van de bibliotheekboeken.

Ik wou dat ik echt zo goed was....

Veel liefs,

Marjet

maandag 18 april 2011

En dan? Wat doe je dan?

Lieve Mark,

Als mens krijgen we af en toe berichten die niet leuk zijn. We hopen dat we ze niet te vaak krijgen. Als ouder krijg je wat vaker van die berichten. Berichten die ervoor zorgen dat je hoopt dat het einde van de dag snel nadert. Als je telefoon gaat en je ziet dat het de creche is, weet je dat je je spullen kan pakken. Als je midden in de nacht je naam hoort, weet je dat je de slaap voor die nacht wel vaarwel kan zeggen. Als je iets hoort vallen in de supermarkt, weet je dat je kan gaan opruimen. En zo kan ik nog wel even door gaan.

En natuurlijk weet ik dat er ergere berichten zijn en hoor ik de echte chagrijnen op deze wereld al zeggen; 'Dan had je maar geen kinderen moeten nemen.' En ze hebben nog gelijk ook, tenzij het berichten zijn die het zorgvuldig gebouwde kaartenhuis echt op zijn grondvesten doet schudden. Ik zal je een paar voorbeelden geven. Erachter komen dat jouw creche gaat verhuizen naar de andere kant van de stad. De opvang die van het een op het andere moment gesloten wordt omdat de eigenaren ruzie hebben. De oppas die ineens afbelt. Jouw BSO die van de ene op de andere maand niet meer op school rijdt. Ouders die niet meer willen oppassen. Studiedagen van de jongste, maar niet van de andere kinderen. Vakanties die niet overlappen tussen middelbare en lagere school. En wat dan? Wat doe je dan?

Wij, werkende moeders en ja ook sommige vaders, zijn zo flexibel geworden dat we het elke keer weer oplossen. Houwtje touwtje, een buurvrouw, een vriendin, een taxibedrijf, de televisie, een sleutel, eerder opstaan, later op je werk, informele oppas aan huis, overuren opnemen. En proberen dat kaartenhuis zorgvuldig op te bouwen terwijl je wacht op de volgende uitdaging die zorgt voor een ingestort kaartenhuis.

Tot dan Mark.

Marjet

donderdag 14 april 2011

'Dan had je maar geen kinderen moeten nemen.'

'Moeders werken voor een tweede auto of de derde vakantie.'

'Werkende moeders dumpen hun kinderen op de creche.'

'Carrieretijgers zijn het.'

'Waarom werkende moeders? Er zijn toch ook vaders die werken?'

Sorry, Mark dat ik gelijk zo met de deur in huis val, maar ik wilde je een keer laten zien wat voor een rare veronderstellingen en vooroordelen er zijn als het gaat om werkende moeders. Tjemig, ik werk omdat ik het leuk vind, ik graag mijn eigen broek omhoog houd en inderdaad om met een auto naar mijn werk te kunnen gaan. Het betekent niet gelijk dat ik een carrieretijger ben. Ik bijt mijn collega's namelijk echt niet. En als ik mijn kinderen echt zou dumpen, zou ik ze bij de poort naar binnen schoppen. En zou ik ook niet elke avond voorlezen, koken, wassen, kroelen, boodschappen doen, spelletjes spelen.... Ik breng ze naar de creche waar zij de hele dag liefde en aandacht krijgen van lieve juffen. Ze mogen er spelen met andere kinderen en leren van alles waar ik zelf misschien het geduld niet voor heb.

En ja, er zijn zeker werkende vaders. En toch is het helaas nog lang niet zo dat de vaders net zo veel zorgen als de moeders, in de meeste gevallen althans. Dus dekt de term werkende moeders exact de spagaat waar we in zitten en waar vaders minder last van hebben. Als er iemand is met een betere terminologie, neem ik hem graag over. Maar voor nu ben ik ik nog steeds een werkende moeder.

Maar Mark, ik moet je even waarschuwen. Er worden jou ook wat veronderstellingen in de mond gelegd. Ik las laatst namelijk een stuk over Zweden en dat het daar helemaal niet ideaal is. Bij die stelling kan ik inkomen. Ik denk ook niet dat het ideaal is. Waar is het wel ideaal, dan ga ik gelijk verhuizen? Maar het stuk wordt afgesloten met dat de overheid de moeders aan het werk heeft gekregen door te zeggen dat ze parasieten zijn als ze niet buitenshuis zouden werken. Je mag je vinger opsteken als het je bekend voorkomt. Bij deze Mark, er worden even wat woorden in je mond gelegd. Dat je het maar even weet. Fijn he die veronderstellingen!

Veel liefs,

Marjet

maandag 11 april 2011

We zouden er eens mee op moeten houden

Lieve Mark,

Heerlijk he, het is weer langer licht, mooi weer, de winterjassen kunnen de zolder weer op en de korte broeken aan. Iedereen wordt ook weer vriendelijker. Je ziet je buren weer vaker. Mensen helpen elkaar meer. Je hebt meer energie en kan dus meer doen. Er zijn minder files. De kinderen kunnen weer lekker buitenspelen. Heerlijk!

Je zou denken dat het balanceren tussen werk en gezin dan ook makkelijker zou worden. Maar helaas blijft dat een constante factor, zomer of winter, zon of sneeuw, balanceren blijft. En dat is gewoonweg niet altijd even makkelijk. De stress voor het op tijd zijn op de creche, de lastige collega's, het altijd aanwezige schuldgevoel, het achterlopende huishouden, de ellenlange to-dolijsten..... Zo kan ik nog wel even doorgaan. Niet om zielig te doen hoor. Maar het is gewoon niet altijd even makkelijk.

Weet je, we hebben zelf ook wel een bepaalde rol. Dat besef ik me terdege. Kijk, we hoeven geen boodschappen te doen met de kinderen. Dat kan heel goed zonder. We hoeven geen schuldgevoel te hebben, dat bedenken we zelf. Ons huis hoeft niet elke dag te worden gezogen. De kinderen hoeven niet op 2 sporten, muziek en ook nog knutselles. Ze kunnen ook gewoon thuis blijven. En vaders kunnen de kinderen ook heel goed ophalen van school. En waarom zou je de kinderen meenemen om een cadeautje voor het kinderfeestje te kopen. En zo zouden we ook wel een kwartiertje eerder weg kunnen van ons werk. Roddelen en boos zijn de collega's toch al. Dat kwartier maakt ook niet uit.

We doen het onszelf allemaal aan. We zouden er eens mee op moeten houden. Scheelt weer in het balanceren.

Veel liefs,

Marjet